BAKN DPR RI steunt Papua's Special Autonomy Fund met verschillende verbeteringen

De uitvoering van het speciale autonomiefonds (autonomie) voor Papoea zal eindigen in 2021 zoals bepaald in wet nummer 21 van 2001 betreffende de speciale autonomie voor de provincie Papua.

Het State Financial Accountability Agency (BAKN) van de DPR RI blijft het Special Autonomy Fund echter steunen door eerst verbeteringen aan te brengen met betrekking tot de procedures voor het implementeren van de verantwoordingsplicht van het speciale autonomiefonds.

"BAKN DPR RI ondersteunt het Special Autonomy Fund dat moet worden voortgezet door eerst verbeteringen aan te brengen in de planning, budgettering, implementatie, monitoring en evaluatiesystemen, evenals rapportage en verantwoording", aldus Marwan Cik Asan, voorzitter van BAKN DPR RI.

Volgens Marwan moet de overheid een PP vormen over de procedures voor de uitvoering van de verantwoording van bijzondere autonomiefondsen, zodat deze in de verantwoordingsrapportage bijzondere autonomiefonds apart kan worden gepresenteerd bij de verantwoordingsrapportage van de provinciale APBD zodat monitoring en evaluatie van het gebruik van het bijzondere autonomiefonds wordt vergemakkelijkt.

Eerder verklaarde de politicus van de fractie van de Democratische Partij dat er vóór het einde van de implementatie van het Special Autonomy Fund verschillende voor- en nadelen naar voren waren gekomen met betrekking tot de voortzetting van de volgende periode.

Hij onthulde, als sommige mensen denken dat het Special Autonomy Fund niet op schema ligt en niet in staat is geweest om de levensstandaard en het welzijn van de inheemse Papoea-bevolking te verbeteren. Ondertussen vinden anderen dat het Special Autonomy Fund moet worden voortgezet en in aantal moet worden uitgebreid en dat de regelgeving en verantwoording moet worden verbeterd.

"Rapporten over het gebruik van het Special Autonomy Fund in de provincies Papoea en West Papua zijn niet gebaseerd op specifieke overheidsvoorschriften, zoals voorgeschreven in artikel 18 van wet nummer 21 van 2001, zodat de verantwoordelijkheid voor het beheer van het Special Autonomy Fund en de Provinciale APBD niet is gescheiden. Wat de economie betreft, nemen de algemene macro-economische indicatoren en het welzijn van de bevolking van Papoea en West-Papoea doorgaans toe tijdens de uitvoering van het Speciaal Autonomiefonds. Deze voorwaarde maakt het voor de centrale overheid moeilijk om de implementatie van het gebruik van het Bijzonder Autonomiefonds te evalueren ”, legt hij uit.

Daarom suggereerde deze verkiezingspoliticus van Lampung de noodzaak van adequate begrotingssteun van de regering samen met de DPR RI, gezien het feit dat de belemmeringen bij het uitoefenen van toezicht op speciale autonomiefondsen door de Republiek Indonesië BPK, met name in Papoea en West-Papoea, tot dusver te wijten zijn aan budgettaire beperkingen en beperkte personele middelen.

"Wat betreft personeelskwesties, moedigt BAKN DPR RI de centrale overheid aan om de provinciale overheid te ondersteunen om human resources te leveren die de capaciteit en competentie hebben om het Special Autonomy Fund te beheren", concludeerde hij.